Yeshua en Melchizedek 2

29-04-2018

Hebr. 5:5-6: Alzo heeft ook Christus Zichzelven niet verheerlijkt, om Hogepriester te worden, maar Die tot Hem gesproken heeft: Gij zijt Mijn Zoon, heden heb Ik U gegenereerd. 6 Gelijk Hij ook in een andere plaats zegt: Gij zijt Priester in der eeuwigheid, naar de ordening van Melchizedek.

De vorige keer heb ik laten zien dat er zes punten uit Genesis 14:18-20 zijn die duidelijk maken wie Melchizedek was (en is). Daarvan hebben we naar 4 punten gekeken. En in die vier punten hebben we gezien dat deze Melchizedek bijzondere overeenkomsten vertoond met Yeshua, onze Heer. Hij was koning van Salem, wat betekent koning van de vrede.... Dus Vredevorst (zie Jes. 9:5).Hij kwam met Brood en Wijn, dat waarmee Yeshua het nieuwe verbond inwijdde (Lu 22:19). Hij was een priester van de Allerhoogste God en zijn naam betekent Koning van de gerechtigheid (zie Jes. 32:1 en Jer. 23:5).

Dan blijven er uit Genesis 14 nog 2 punten over die de bijzondere positie van Melchizedek laten zien. Eén, hij zegent Abraham en Abraham gaf hem tienden. Het zegenen is tot Gen 14 alleen een daad die God verricht, of iemand die God eert en dus zegent. Later komen we het vaker tegen en dan vaak in de relatie vader en kinderen die een zegen ontvangen. En uiteraard is het iets dat hoort hij het Priesterschap (Lev 9:22-23) en met name de Hogepriester. We zien in Ge 14:19 dat Melchizedek namens God zegent, en in vs. 20 zegent hij God. Beide keren wordt hier de uitdrukking voor God 'Allerhoogste God' gebruikt. In het Hebreeuws: El Elyoon! Het feit dat deze Melchizedek Abraham zegent laat zien hoe bijzonder zijn priesterschap en bediening is. Vers 20 maakt ook duidelijk dat de eer aan God, El Elyoon, wordt gegeven omdat Abraham zijn vijanden, eerder in dit hoofdstuk, verslagen heeft.

Dan als laatste staat er dat Abraham aan Melchizedek tienden van alles gaf. Dit is de eerste keer dat over het geven van tienden wordt gesproken. De eerstvolgende keer zien we het terug in Lev. 27:30-32 Waar JHWH duidelijk maakt dat de tienden van de opbrengst van het land en van de vrucht van de bomen, en van het vee voor JHWH is. Daarna is het in Num 18:21-24 dat JHWH - let op JHWH - de tienden die Hem toekomen geeft aan de Levieten, omdat zij geen erfenis hebben in het beloofde land en de dienst in de tempel verrichten. De Levieten krijgen dan de opdracht om vervolgens weer de tienden van de tienden die zij ontvangen te als een hefoffer aan JHWH te geven. Ik wil hier niet een studie over tienden van maken... Maar duidelijk is dat de tienden altijd gegeven worden aan JHWH, dat Hij vervolgens bepaalt wat er mee wordt gedaan, en Hij de opdracht geeft deze tienden te geven aan degenen die in de Tempel dienen, nl. De Levieten.

Verder staat in Hebreeën 7 nog wat opmerkelijke zaken over deze Melchizedek. In Hebreeën wordt opgemerkt dat van deze Melchizedek geen geslachtsregister wordt gegeven, wat in de Bijbel wel gebruikelijk is. In ieder geval wordt bijna altijd de naam van de vader genoemd. Hebr. 7:3 zegt: Zonder vader, zonder moeder, zonder geslachtsrekening, noch beginsel der dagen, noch einde des levens hebbende; maar den Zoon van God gelijk geworden zijnde, blijft hij een priester in eeuwigheid. De Zoon van God gelijk geworden zijnde.
De Griekse grondtekst geeft hier: het woord aphomoioo:Een samenvoeging van de woorden apo = weg van (iets of iemand) . Geeft afstand aan; en het woordje homoioo = hetzelfde zijn als, worden als. Naast deze tekst komt dit woord in de grondteksten niet voor. In de oude Griekse teksten wel en daar betekent het in de eerste plaats: niet gelijk aan.... Maar wel lijkend op. Als een kopie!Te vergelijken met. Het gebruikte Griekse woord zegt dus dat Melchizedek niet dezelfde is als de Zoon van God, maar dat hij als een kopie van de Zoon van God is. Omdat hij geen begin of einde heeft (Yeshua is de Alpha en de Omega, geen vader of moeder worden genoemd is hij een sprekend voorbeeld voor het Hogepriesterschap van Yeshua. De Koning der gerechtigheid en Koning van de Vrede, die komt met Brood en wijn en Abraham zegent, en aan wie Abraham tienden gaf.
Hebr 7:7-10: Nu, zonder enig tegenspreken, hetgeen minder is, wordt gezegend van hetgeen meerder is. 8 En hier nemen wel tienden de mensen, die sterven, maar aldaar neemt ze die, van welken getuigd wordt, dat hij leeft. 9 En, om zo te spreken, ook Levi, die tienden neemt, heeft door Abraham tienden gegeven; 10 Want hij was nog in de lenden des vaders, als hem Melchizedek tegemoet ging.

Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin