Parasha Emor: 'Spreek'

De Parasha van 5 mei 2018: Emor "Spreek": Leviticus 21:1-24:23; Ezechiël 44:15-31; Mattheus 5:38-42; Galaten 3:26-29

Deze week vestig ik graag de aandacht op de gedeelten Leviticus 21 tot en met 24.

In Leviticus 21 en 22 worden vooral voorschriften gegeven waar de Levitische priesters zich aan moeten houden. Het begint met de opdracht van JHWH aan Mozes: 'Spreek tot de priesters, de zonen van Aäron....' Bij het lezen raak je erg onder de indruk van de Heiligheid van JHWH. Voor het uitvoeren van de offerdiensten van JHWH vraagt Hij van de priesters volledige REINHEID! Een priester mag zich niet verontreinigen. Verontreinigen is het Hebreeuwse woord 'Tawmay' (strongnummer 02930) en kan vertaald worden met 'vuil zijn (in ceremoniële of morele zin)', 'besmet' of 'onrein maken'. Dit besmetten kan door contact met een dode. De priesters mogen alleen bij een dode zijn als het gaat om een bloedvriend, vader of moeder, zoon, dochter en broer en zus (als zij maagd is). De Hogepriester mag zich helemaal niet met een dode besmetten.   Naast dat het niet mogen verontreinigen voorschriften bevat over de haardracht, de baard en snijden in het vlees, gaat het verder om met wie een priester wel of niet mag trouwen. Voor de Hogepriester geldt dat zijn vrouw een maagd moet zijn. Dit wordt voor de priesters (vers 7) niet expliciet genoemd.

Bij deze voorschriften vallen hier voor mij de verzen 6 en 8 op: Zij zullen hun God heilig zijn, en den Naam huns Gods zullen zij niet ontheiligen; want zij offeren de vuurofferen des HEEREN, de spijze huns Gods; daarom zullen zij heilig zijn. 8 Daarom zult gij hem heiligen, omdat hij de spijze uws Gods offert; hij zal u heilig zijn, want Ik ben heilig; Ik ben de HEERE, die u heilige! In hoofdstuk 22 van Leviticus gaat het ook om de heiligheid van de priesters en vanaf vers 17 over de voorschriften voor de offers. Ook hier ligt, zoals telkens, de nadruk op de Heiligheid van God: vers 31-33 - Ik ben de HEERE (JHWH)! 31 Daarom zult gij Mijn geboden houden, en dezelve doen; Ik ben de HEERE! 32 En gij zult Mijn heiligen Naam niet ontheiligen, opdat Ik in het midden der kinderen Israëls geheiligd worde; Ik ben de HEERE, die u heilige! 33 Die u uit Egypteland uitgevoerd heb, opdat Ik u tot een God zij; Ik ben de HEERE!

Leviticus 23 is het bekende gedeelte over de feesten van de JHWH. Daar kunnen we uren op studeren. Wat ik belangrijk vind te noemen is dat het gaat om de gezette hoogtijden van JHWH. Het begint met de Shabbat, daarna Pesach, de ongezuurde broden, de Eerstelingen, Shavu'ot, het feest van de bazuin, de grote verzoendag en het loofhuttenfeest. Inclusief de Shabbat 8 feesten, die door JHWH zijn ingesteld om Hem te heiligen, te eren en samen te komen rondom Zijn Woord.

Het is nog leuk om na te denken over de term gezette hoogtijden. Dit is het Hebreeuwse Woord 'mowed' en betekent letterlijk 'een afspraak' zoals je die in de agenda zet. Inderdaad een vastgezette tijd. JHWH nodigt je uit, ja meer dan dat, hij schrijft je voor op Zijn afspraken aanwezig te zijn. En deze afspraken, de Shabbat en de feesten, wijzen, naast het gedenken van wat JHWH met het volk vanaf de verlossing uit Egypte heeft gedaan, op de komst en het volbrachte werk van Yeshua de Messias tot en met het 1000 jarig rijk. Hier geeft het Loofhuttenfeest, naast het herdenken van de woestijnreis van het volk Israël, uitdrukking aan.

Het is leerzaam om met elkaar het houden van de feesten te bespreken en hoe diegenen die dat al vaker hebben gedaan dit ervaren hebben, hoe men zo'n feest viert en waar de nadruk dan ligt. Voor JHWH staat in ieder geval de 'Heilige Samenroeping' centraal. Heilige Samenroeping: Kodesh Mikraw.

Een samenroeping (mikraw) is een bijeenkomst. Mensen worden letterlijk bij elkaar geroepen om samen naar Gods Woord te luisteren en Zijn feest te vieren en Zijn grote werken te gedenken. Het aanwezig zijn bij deze samenroepingen is niet vrijblijvend. Denk eens na of deze 'heilige samenroeping' relatie heeft met de tekst uit Hebr. 10:25: En laat ons onze onderlinge bijeenkomst niet nalaten, gelijk sommigen de gewoonte hebben, maar elkander vermanen; en dat zoveel te meer, als gij ziet, dat de dag nadert. Onderlinge bijeenkomst is het Griekse 'episynagoge' waarbij we het woord synagoge kennen als de plaats waar de Joden in de tijd van Yeshua's leven samen kwamen en nu nog. Het komt twee keer in de Griekse grondteksten voor. In Hebr. 10:25 dus en in 2 Thess 2:1, waar gesproken wordt over de toekomst (SV) van onze Heer Yeshua de Messias. Zinvol om die tekst eens met elkaar te bespreken. Veel Bijbel leraren passen deze tekst toe op de 'opname van de gemeente (voor de grote verdrukking)'. Maar is dat, ongeacht of er sprake is van een 'opname van de gemeente voor de grote verdrukking een juiste interpretatie?