Parasha B’har: ”Op de berg Sinaï" en B’chukkotai: "In Mijn verordeningen"

10-05-2018

Klik hier voor de video

12 mei: B'har "Op de berg Sinaï": Leviticus 25:1-26:2; Jeremia 32:6-27; Lukas 4:16-21; 1 Corinthe 7:21-24; Galaten 6:7-10


B'chukkotai "In Mijn verordeningen" Leviticus 26:3-27:34; Jeremia 16:19-17:14; Johannes 14:15-21, 15:10-12

Het Sabbatsjaar
Lev 25:4: Doch in het zevende jaar zal voor het land een sabbat der rust zijn, een sabbat den JHWH; uw akker zult gij niet bezaaien en uw wijngaard niet besnijden;

Het land is van JHWH (zie Lev 25:23). En uit deze tekst blijkt dat alles wat JHWH toebehoort recht heeft op Sabbatsrust. Alle inwoners van het land, de runderen, het kleinvee etcetera rusten elke 7e dag van de week op de Shabbat van al het werk. En voor het land voegt JHWH een gebod toe: Het land moet elke 7 jaar het hele jaar rusten.

Op de wekelijkse Sabbat wordt er niet op het land gewerkt, maar de natuur, het land, gaat gewoon door met werken aan het voortbrengen van vrucht. Dat stopt niet maar zo een dag in de week. Daarom stelt JHWH voor het land, dat Hem toebehoort een rustjaar in. Elk 7e jaar!
En het is een heel doordacht ritme. In een tijd van 7 jaar zijn er ongeveer, gemiddeld genomen, 364 Shabbatten geweest (7 jaren x 52 weken = 364). Dat is precies het aantal dagen van een jaar. Het land heeft dus elke 7 jaar, dat het niet wekelijks heeft kunnen rusten, recht op 364 dagen rust om het aantal Shabbatten over die zeven jaren gelijk te maken aan die van de mensen en dieren in het land.... Geweldig, deze wijsheid van God!

Het jubeljaar
Lev 25:10: En gij zult dat vijftigste jaar heiligen, en vrijheid uitroepen in het land, voor al zijn inwoners; het zal u een jubeljaar zijn; en gij zult wederkeren een ieder tot zijn bezittingen, en zult wederkeren een ieder tot zijn geslacht.
Na 7 x 7 = 49 jaren, wordt het 50e jaar geheiligd - voor JHWH apart gezet - en vrijheid uitgeroepen voor alle inwoners. Daarbij wordt er niet gezaaid, geoogst etc. Dit is dus ook voor het land een extra jaar van rust. Het 49e jaar is al een Sabbatsjaar geweest, dan volgt het Jubeljaar, waarin ook geen landbouw plaatsvindt. JHWH belooft daarom dat in het zesde jaar - dus één jaar voor het sabbatsjaar en twee jaar voor het jubeljaar, Hij een inkomst van het land zal geven voor 3 jaren. In het 9e jaar mag dan weer landbouw plaatsvinden.
Mooi is dat Yeshua in de tekst Lu 4:16-21 - het Jubeljaar uitroept. Nl. Vrijheid, genezing, heling en rechtvaardigheid - het aangename jaar van JHWH!
Yeshua is de vervulling van het Jubeljaar. En dat betekent dat als we in Hem geloven, Hem volgen en Zijn geboden onderhouden we vrije mensen zijn, gekocht en betaald door Zijn bloed, en geplaatst in het Koninkrijk van Yeshua. Binnen dat Koninkrijk gelden de instructies van JHWH.

Daarbij zien we het warme hart van JHWH voor de armen en stelt regels in voor het lenen. Het vragen van rente (woeker genaamd) hoort niet thuis in het koninkrijk van JHWH
Lev 25:35,36: En als uw broeder zal verarmd zijn, en zijn hand bij u wankelen zal, zo zult gij hem vasthouden, zelfs een vreemdeling en bijwoner, opdat hij bij u leve. 36 Gij zult geen woeker noch overwinst van hem nemen; maar gij zult vrezen voor uw God, opdat uw broeder bij u leve.

Zegen en vloek

Dan zien we in Lev 26 De zegen die JHWH geeft als het volk gehoorzaam is:
Het begint in vers 1 en 2 met : geen afgoden, geen beelden, en het houden van de shabbatten! Dit is gelijk aan het eerste tot en met het vierde gebod.
Dan volgt een opsomming van zegeningen:
Lev 26:3: Indien gij in Mijn inzettingen wandelen, en Mijn geboden houden, en die doen zult;
De zegeningen die we zien zijn: Regen; inkomst vh land; vrucht v bomen; overvloed aan voedsel; vrede en rust; geen last van wilde dieren; geen moord en doodslag; overwinning over vijanden; vruchtbaarheid; de tabernakel van JHWH is te midden van het volk; God wandelt te midden van Zijn volk. Dan volgt in vs 13 de herinnering aan de verlossing uit de slavernij van Egypte.

Vanaf vers 16 t/m 39 beschrijft JHWH wat er gebeurt als men niet gehoorzaam is. Lev 26:14-15: Maar indien gij Mij niet zult horen, en al deze geboden niet zult doen; 15 En zo gij Mijn inzettingen zult smadelijk verwerpen, en zo uw ziel van Mijn rechten zal walgen, dat gij niet doet al Mijn geboden, om Mijn verbond te vernietigen.
Hier zien we 5 fases waarin JHWH dingen doet om Zijn volk tot inzicht te laten komen en zich te bekeren. De dingen die het volk overkomen als zij zich niet bekeren nemen per fase in ernst toe... tot de verwoesting van het land en het heiligdom, verstrooiing onder de heidenen en ziekte vervolging pijn en dood in de verstrooiing.
De zegen en de vloek worden mooi kernachtig weergegeven in de tekst Jer. 17:5-8 (ook onderdeel van deze Parasha).

Uiteindelijk volgt de bekering van het volk en de barmhartigheid en genade van JHWH.
Lev 26:40: Dan zullen zij hun ongerechtigheid belijden, en de ongerechtigheid hunner vaderen met hun overtredingen, waarmede zij tegen Mij overtreden hebben, en ook dat zij met Mij in tegenheid gewandeld hebben. Uiteindelijk zal alle ellende leiden tot bekering en gaat JHWH opnieuw zegenen.
Lev 27 gaat dan verder over hoe te handelen bij geloftes etc.

Leviticus sluit af met Lev 27:34: Dit zijn de geboden, die de HEERE Mozes geboden heeft, aan de kinderen Israëls, op den berg Sinaï.

Goede onderwerpen voor gesprek: enkele tips:

  • Wat betekenen sabbatsjaren en jubeljaren voor ons? Wat doen we er praktisch mee? Kijk hierbij ook naar Luk 4:16-21.
  • Omgaan met de armen in de praktijk...
  • Hoe kunnen we de zegeningen die JHWH belooft als we in Zijn inzettingen wandelen en Zijn geboden houden en doen op onszelf toepassen
  • Hoe kunnen we de gevolgen van het niet houden en doen van Gods geboden en inzettingen zien in deze tijd: voor het volk Israël en voor ons geestelijk leven.
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin